Milieu De voedselproductie vraagt veel van de aarde. Voedsel is verantwoordelijk voor 20 tot 35% van de uitstoot van broeikassen. Meer dan de helft hiervan komt door vlees en zuivel. Deze broeikassen dragen bij aan de opwarming van de aarde en is een grote bedreiging voor het milieu. De voedselproductie kost ook veel water en land, het verbruikt 70% van het beschikbare drinkwater. Daarnaast is de voedselproductie verantwoordelijk voor ontbossing en daarmee het verlies van natuurlijke habitatten.
Dieren De meeste dieren die worden gehouden voor hun vlees, melk of eieren leven in de intensieve veehouderij. In de intensieve veehouderij worden veel dieren vaak binnen gehouden, in kale stallen, hokken of kooien. Hier kunnen ze nauwelijks hun natuurlijke gedrag vertonen, dit veroorzaakt stress en abnormaal gedrag. In de intensieve veehouderij staat de opbrengst centraal in plaats van het dierenwelzijn, met alle gevolgen van dien.
Gezondheid Plantaardig eten heeft ook voordelen voor de gezondheid. Wanneer er minder vlees wordt geconsumeerd en meer graanproducten, peulvruchten, groenten, fruit en noten is er een lager risico op hart- en vaatziekten. Bij het laten staan van vlees moet er wel opgelet worden of er nog genoeg vitamine B12.
Portemonnee De productie van dierlijk voedsel is in vergelijking met plantaardig voedsel relatief duur, door de grote hoeveelheden grondstoffen die nodig zijn en de maatschappelijke kosten om broeikassen te compenseren. Als alle externe kosten zouden worden verrekend in de prijs en er geen subsidies worden verstrekt, dan zou de prijs van een stukje varkensvlees 53% boven de huidige supermarktprijs moeten liggen. De totale netto maatschappelijke schade van de Nederlandse consumptie van vlees bedraagt op dit moment ongeveer 4,5 miljard euro per jaar (inclusief subsidies). Dit is de onbetaalde rekening van het consumeren van vlees.
Er zijn zijn nog veel mensen die niet kiezen voor een duurzaam dieet. Hier zijn verschillende redenen voor. Een belangrijk concept dat meespeelt bij de terughoudendheid van plantaardig eten is Neophobia; angst voor onbekend voedsel. Aangezien milieuvriendelijke alternatieven als vleesvervangers vaak onbekend zijn voor mensen die willen beginnen met een plantaardig dieet, kan Neophobia zich voortdoen.
Gewoonten van consumenten lijken een rol te spelen bij hun voedselkeuze. Gewoonten is een vorm van automatisch reageren die wordt ontwikkeld wanneer bepaalde acties vaker uitgevoerd worden, met een vorm van beloning als gevolg. Eetgedrag kan zich uiten als gewoonte wanneer iemand bijvoorbeeld vaak dezelfde gerechten maakt of koopt. Gewoontes zijn erg lastig te veranderen.
Een reden voor consumenten om niet te kiezen voor een duurzaam dieet is de verwachting dat ze er veel tijd aan kwijt zijn en bepaalde vaardigheden voor nodig hebben. Dit is een vooroordeel waar consumenten zonder een beetje hulp niet vanaf komen. Gelukkig komen er steeds meer vleesvervangers op de markt, waardoor het makkelijker wordt om maaltijden aan te passen en hiermee ook de gewoontes van de consument. Doordat de vraag naar vleesvervangers stijgt wordt het voor bedrijven interessant om zich te verdiepen in vervangers, zowel als voor vlees, als melkproducten.
Mocht u interesse hebben in het hele literatuuronderzoek, stuur dan een privé bericht of mail naar eatinggreen.ddd@gmail.com